Akkoord CAO voor Uitzendkrachten 2024

Op 8 mei 2024 sloten NBBU, ABU, FNV, CNV en De Unie een akkoord over de Cao voor uitzendkrachten, met focus op huisvestingskosten en extraterritoriale kosten vanaf 1 januari 2025, en mogelijkheden voor zwaarwerkregeling in de bouwsector.

Akkoord CAO voor Uitzendkrachten 2024

Op 8 mei 2024 hebben de NBBU en ABU een akkoord bereikt met de vakbonden FNV, CNV en De Unie over de Cao voor uitzendkrachten. De afspraken in deze cao zijn grotendeels gebaseerd op het onderhandelingsresultaat van 2023 tussen de NBBU, ABU en de vakbonden. De afgesproken wijzigingen treden in werking op 1 januari 2025.

Cao-afspraken arbeidsmigranten vanaf januari 2025

De gemaakte afspraken richten zich voornamelijk op het werken met arbeidsmigranten en gaan in op 1 januari 2025.

Afspraak 1: Prijskwaliteitsysteem

Er komt per 1 januari 2025 een regeling voor de inhouding van de huisvestingskosten van arbeidsmigranten op basis van een Prijskwaliteitsysteem (PKS). Als er wetgeving van toepassing wordt met dezelfde strekking als het PKS, treden partijen zo spoedig mogelijk in overleg over de verhouding tussen de regels uit de wet en de cao.

De regels over het inhouden van huisvestingkosten worden als volgt opgenomen in artikel 36 lid 3 van de CAO voor Uitzendkrachten:

  1. De uitzendonderneming kan voor het gebruik van huisvesting kosten in rekening brengen bij de uitzendkracht.
  2. De maximale in rekening te brengen totale kosten* voor huisvesting worden bepaald aan de hand van het Prijs Kwaliteitssysteem (PKS).
  3. Het PKS bepaalt aan de hand van kwaliteitsnormen de maximale in rekening te brengen totale kosten* voor de huisvesting.
  4. De maximale in rekening te brengen totale kosten* voor huisvesting bedragen 25% van het alsdan geldende wettelijk minimum uurloon vermenigvuldigd met 40.
  5. Voor die uitzendkrachten die een contractueel overeengekomen basissalaris hebben gelijk aan tenminste 140% van de som van het alsdan geldende wettelijk minimum uurloon vermenigvuldigd met 40 is sub d niet van toepassing. De maximale in rekening te brengen totale kosten* voor huisvesting blijven gebaseerd op het PKS.

Afspraak 2: Negatieve rekening-courant (artikel 36 lid X)

Als gedurende het dienstverband in een periode** van vier weken de uitzendonderneming de inhoudingen voor huisvesting niet volledig heeft kunnen doen omdat het loon*** van de uitzendkracht niet toereikend was zal de alsdan ontstane schuld worden gecompenseerd zodanig dat de rekening courant voor wat betreft deze huisvestingskosten geen negatief saldo meer laat zien. De compensatie mag ook op een later tijdstip niet meer worden verrekend of ingehouden. Dit is alleen anders als uit schriftelijke stukken blijkt dat de compensatie redelijkerwijs niet voor rekening van de werkgever kan komen. Deze afspraak treedt in op 30 december 2024 (week 1 van 2025) en de eerste compensatie zal dus op grond van dit artikel plaatsvinden op 27 januari 2025. Partijen spreken daarbij af dat: 

  1. Het een ‘harde’ ingangsdatum betreft. Voor uitzenders die aangeven dat zij het PKS op dat moment (nog) niet geïmplementeerd hebben geldt dat de maximale in rekening te brengen kosten* voor huisvesting 20% van het WML bedragen.
  2. Voor de inkomensgarantie (artikel 39 cao), wordt afgesproken dat deze over dezelfde periode van vier weken** als bedoeld in de afspraak over de negatieve rekeningcourant wordt toegepast. In een kalenderweek waarin het niveau van de inkomensgarantie niet wordt behaald, wordt een voorschot aan de uitzendkracht verstrekt waarmee in die week ten minste een bedrag ter hoogte van het voltijds minimum(jeugd)loon per week wordt bereikt. In de eerste en/of laatste week van de inkomensgarantie geldt deze bepaling naar rato van de in die week gewerkte dagen in de periode van de inkomensgarantie.
  3. Aan artikel 36 lid 5 aan de laatste zin wordt toegevoegd “… en dat van een uitzendkracht niet mag worden geëist dat de huurprijs vooraf moet worden voldaan.”

* Waaronder mede begrepen inhouden en verrekenen
** Voor de periode wordt aangesloten bij het aangiftetijdvak voor de aangifte loonheffingen
*** Met loon wordt in dit geval bedoeld (i) het deel van het uurloon waarop inhoudingen op het WML mogelijk zijn (de wettelijk gemaximeerde 25%), (ii) het deel van het uurloon boven WML en (iii) overige loonelementen in geld zoals vakantiebijslag, toeslagen, bonussen, ADV etc.

Afspraak 3: ET-regeling 

Partijen spreken af per 1 januari 2025 de ruilvoet die van toepassing is bij de uitruil van loon in verband met de extraterritoriale kosten aan te passen naar 100/100.

Toegang uitzendkrachten tot zwaarwerkregeling Bouw 

Zo spoedig als in de uitvoering van APG mogelijk is, naar verwachting per 1 januari 2025, wordt in overleg met cao-partijen in de bouwsector, het aanvullingsfonds Bouw & Infra en de uitvoerder APG, de zwaarwerkregeling uit de cao Bedrijfstakeigen Regelingen (BTER) Bouw & Infra 2021- 2025 in elk geval tot en met 31 december 2025 opengesteld voor uitzendkrachten die aan de voorwaarden uit genoemde cao voldoen.

Bij verlenging van de zwaarwerkregeling in de BTER cao, treden cao-partijen in overleg over verlenging van de deelname aan deze regeling na 31 december 2025 of om op een andere wijze te voorzien in een soortgelijke regeling in verband met pag. 3/3 NBBU | 8 mei 2024 – Onderhandelingsresultaat cao voor uitzendkrachten 2024 afspraken over gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden binnen de uitzend-cao en (fiscale) wetgeving rondom RVU-regelingen. Uitzendondernemingen die vakkrachten uitzenden moeten tot drie jaar na afloop van de deelname aan de zwaarwerkregeling in de bouw een premie afdragen aan het aanvullingsfonds Bouw & Infra.

Transitievergoeding

In het cao-akkoord 2023 is beoogd te regelen dat uitzendkrachten tot 12 maanden na einde
dienstverband de transitievergoeding kunnen vorderen. Omdat de betreffende cao-bepaling niet
goed is geformuleerd wordt deze aangepast.

Pensioen

Het pensioenakkoord van 7 november 2023 betreffende een nieuwe pensioenregeling met de
beoogde ingangsdatum 1 januari 2026 wordt in de cao 2024 vastgelegd.

Looptijd en duur

De cao voor uitzendkrachten treedt op 1 april 2024 in werking en loopt tot 6 januari 2025. De eerder genoemde afspraken gaan in op 1 januari 2025. Vanaf nu starten de partijen ook direct de onderhandelingen voor een cao vanaf 2025. Mocht er geen overeenstemming worden bereikt en zegt een van de partijen de cao op, dan blijft de cao in 2025 van kracht.

Flexmeester Uitzendsoftware: Cao-module

Ontdek hier meer over onze CAO-module.

De CAO-module van Flexmeester omvat meer dan 130 geïntegreerde CAO's, zodat altijd de juiste inlenersbeloning beschikbaar is. Met onze geïntegreerde CAO-module ben je verzekerd van een foutloze plaatsing van jouw uitzendkrachten bij de klant. Bij het aanmaken van proforma loonstroken, projecten en plaatsingen worden velden omtrent de CAO automatisch herkend.

Ontdek waarin Flexmeester het verschil maakt!

Dit zeggen ervaren gebruikers

Toen wij als Take Care Works gingen starten wilden we graag werken met een uitzendsoftware die gebruiksvriendelijk is en waar we als 'kleine speler' de aandacht zouden krijgen die we graag willen om te kunnen groeien. Flexmeester maakt deze wensen waar! Inmiddels hebben we in Flexmeester een database opgebouwd van rond de 200 medewerkers. Fantastisch systeem met zeer goede bereikbaarheid en persoonlijke aandacht!
Sjoerd Gelok Take Care Works
Eén van de voordelen van Flexmeester is dat de verloning en facturatie synchroniseren met de urenregistratie van onze kandidaten. Dit voorkomt fouten tijdens het facturatie- en verloningsproces en ondersteunt bovendien onze audits voor het Stichting Normering Arbeid (SNA).
Kadir Karaca KRC FLEX