Uitzendovereenkomsten met uitzendbeding
Ontdek de veranderingen in uitzendovereenkomsten met uitzendbeding van 17 maart tot 1 juli 2023 en vanaf 1 juli 2023.
De ABU en NBBU hebben met de vakbonden afgesproken om de CAO voor Uitzendkrachten zo min mogelijk aan te passen naar aanleiding van een uitspraak van de Hoge Raad op 17 maart 2023. De Hoge Raad heeft besloten dat de veronderstelling dat een uitzendovereenkomst met uitzendbeding bij ziekte niet automatisch eindigt. Deze veronderstelling wordt als nietig beschouwd.
Van 17 maart tot 1 juli 2023 kan het einde van deze uitzendovereenkomst alleen nog plaatsvinden door opzegging van de opdrachtgever. In deze opzegging door de opdrachtgever kan ook ziekte van de uitzendkracht worden meegenomen.
Wanneer de uitzendovereenkomst niet van rechtswege eindigt door arbeidsongeschiktheid (dus als de opdrachtgever de inleenopdracht niet beëindigt bij ziekte uitzendkracht), heeft de uitzendkracht recht op loondoorbetaling zoals bij uitzendovereenkomsten zonder uitzendbeding.
Cao-partijen hadden reeds afgesproken dat een uitzendovereenkomst met beding bij ziekte niet kan eindigen bij opzegging door de opdrachtgever. Om ervoor te zorgen dat de uitzendkracht recht heeft op loondoorbetaling tot het einde van de overeenkomst, is het van belang een einddatum op te nemen in het contract met uitzendbeding. Indien er geen einddatum is vermeld, heeft de uitzendkracht bij ziekte recht op loondoorbetaling gedurende maximaal 2 jaar, tot aan het moment van betermelding. Het is daarom van belang om een einddatum te vermelden in de overeenkomst (MUB), ook als deze is aangegaan vóór 1 juli 2023.
Bij het bepalen van de einddatum van de overeenkomst (MUB) geldt een minimale duur van 4 weken, zoals ook bij overeenkomsten zonder uitzendbeding (ZUB). Dit betekent dat de werkgever gedurende maximaal 4 weken het loon zelf moet doorbetalen voordat de werknemer ziek uit dienst kan worden gemeld, vergelijkbaar met de 4-weken contracten ZUB.
Als de uitzendovereenkomst met of zonder uitzendbeding bij het intreden van arbeidsongeschiktheid op verzoek van de opdrachtgever eindigt of de uitzendkracht arbeidsongeschikt uit dienst gaat op de overeengekomen einddatum van de uitzendovereenkomst, dan vult de uitzendonderneming als de uitzendkracht recht heeft op een ziektewetuitkering, deze uitkering:
• 90% van het naar tijdruimte vastgestelde loon gedurende de eerste 52 weken van de arbeidsongeschiktheid en ten minste het voor hem geldende wettelijke minimumloon.
• 80% van het naar tijdruimte vastgestelde loon gedurende de 53ste t/m de 104e week.
De wachtdagcompensatie vervalt voor alle contractvormen en alle contractvormen krijgen één wachtdag. Voor contracten MUB gaat het aantal wachtdagen dus van 2 naar 1.