Strategisch Personeelsbeleid: Onderwijs
Ontdek het nieuwe wetsvoorstel Strategisch Personeelsbeleid in het onderwijs, dat negatieve gevolgen heeft voor uitzenders en payrollers.
Medewerkers in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs krijgen binnenkort na maximaal één jaar goed functioneren een vast contract. Dit belangrijke aspect maakt deel uit van het wetsvoorstel Strategisch personeelsbeleid, waarvan de internetconsultatie op 10 mei 2023 van start is gegaan. Minister Wiersma geeft gehoor aan de brede oproep vanuit de Tweede Kamer. Bovendien is het streven dat minimaal 80% van het personeel op elke school in vaste dienst is en dat er een maximum wordt gesteld aan de inhuur van ZZP'ers, payrollers en uitzendkrachten.
Het wetsvoorstel Strategisch personeelsbeleid stimuleert schoolbesturen om vooruit te kijken in hun personeelsbeleid. Het beoogt startende leraren beter te begeleiden en aandacht te schenken aan zaken zoals doorgroeimogelijkheden en werkdruk. Met deze maatregelen willen de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap - Robbert Dijkgraaf en Primair en Voortgezet Onderwijs - Dennis Wiersma, het onderwijs aantrekkelijker maken als carrièrekeuze. Tevens streven zij ernaar te voorkomen dat personeel het onderwijs verlaat en dat er voortdurend nieuwe gezichten voor de klas staan. Dit bevordert de stabiliteit op scholen en in de klas, wat zowel leraren als leerlingen ten goede komt. Het wetsvoorstel richt zich op het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en gedeeltelijk op het mbo. De wet wordt naar verwachting in 2024 van kracht.
Het conceptwetsvoorstel voor het primair- en voortgezet onderwijs omvat diverse arbeidsrechtelijke maatregelen. Een belangrijke verandering is dat bevoegd onderwijspersoneel na maximaal één jaar recht heeft op een vast contract. Daarnaast dienen schoolbesturen ervoor te zorgen dat minimaal 80% van het personeel een vast dienstverband heeft. Nieuwe werknemers kunnen in principe rekenen op een contract van vier of vijf dagen per week (minimaal 0,8 fte). Kleine contracten zijn alleen mogelijk als een leraar daar zelf voor kiest of als er gegronde redenen zijn, zoals onvoldoende werk voor een fulltime docent in een specifiek vak. Bovendien wordt externe inhuur beperkt. Zodra de wet van kracht is, mag een school maximaal 5% van het budget (lumpsum) besteden aan ZZP'ers, payrollers en uitzendkrachten. Het mbo valt buiten de reikwijdte van deze arbeidsrechtelijke aanpassingen, aangezien de arbeidsmarkt voor docenten in het mbo niet vergelijkbaar is.
Het wetsvoorstel versterkt de positie van personeel op scholen. Zowel de Inspectie van het Onderwijs als de Onderwijsraad hebben eerder geconstateerd dat strategisch personeelsbeleid op te veel scholen onvoldoende aandacht krijgt. Dit wetsvoorstel verplicht besturen en scholen om hier actief mee aan de slag te gaan, niet alleen op papier maar ook in de praktijk. Dit omvat onder andere